Bri vind een parkje op een berg met een toilet met oceaanviews. Niets van gelogen, vanuit het toilet heb je een weids uitzicht over eilanden, zeearmen, vissersdorpjes en de oceaan. Een mooie stille parking waar we overnachten.
De volgende ochtend is het “baomesse”, zoals mijn moeder zou zeggen. Continue stortregens, veel wind en stromen water op de parking. We rijden snel door naar Kagoshima. Daar lijkt het droger. Maar dat blijkt bij aankomst ook tegen te vallen.
In Kagoshima hoost het ook. Een camping blijkt dicht, de parkeerplaats in de haven is geschikt voor campers, maar de wc’s zijn goor. Na een lunch gaan we verder op zoek naar een geschikte parkeerplaats. Na een museum en een Seven-Eleven vinden we toch een mooi plekje op een bergje bij een park en een monument ter ere van een ons niet bekende Japanner.
Vanuit daar gaan we met de trein de stad in en ontmoeten we Jean-Francois, mijn medeklasgenoot uit Fukuoka. Hij is ook een weekend in Kagoshima en we eten zwart varken onder het genot van veel sterke drank en bier. Terug met het trammetje en een stukje lopen. Al met al een mooie avond ondanks het slechte weer.