Na het badderen van Bri gaan we een hapje eten in het dorp bij een izakaya. Okonomiyaki met een biertje. Vult goed. In het donker zijn de vulkanische pruttelbaden nog wat spannender.
De volgende ochtend rijden we naar een parkeerplaats halverwege op de berg en beginnen aan een klim van dertig minuten naar boven. Dat duurt toch wat langer…… Het is vochtig warm en heel klam.
Uiteindelijk komen we bij een kabelbaan die we gebruiken om bijna bij de top te komen. Roestig geheel, maar het werkt en we arriveren heelhuids boven. Na nog een kort klimmetje hebben we een mooi uitzicht, deels in de wolken. Beneden een mooie golfbaan en verderop de zee, meer groene bergen en kleine dorpjes.
En dan weer naar beneden ….Aangezien we een enkeltje met de kabelbaan hebben genomen, klimmen we via een smal pad naar beneden tot bij een parkeerplaats en vervolgens weer verder naar beneden naar de plek waar ons busje staat. Flink stuk, maar we hebben ons “stappen” weer gehaald.
Bri kiest Shimbara als volgende tussenstop. Hier zouden karpers in de goten langs de straten zwemmen. We zien ook wel een bordje naar de bewuste straat of straten, maar het hoost flink. Dus we lopen naar een winkelstraat waar we een restaurantje vinden met een Italiaanse menukaart. Hele lekkere spaghetti’s, geleerd uit boekjes. De kok was nog nooit in Italië geweest.
In het zuiden van dit schiereiland nemen we de ferry naar Oniike op het eiland Shimoshima. Daar vinden we zowaar een camping met een parkeerplaats aan het water met een strandje. Daar overnachten we ook.